Mijn pianoleerling van 7 jaar stapt kordaat mijn lesruimte binnen, geeft zijn schriftje aan mij en kijkt me met glinsteroogjes aan. “Jij wil heel graag laten horen hoe goed je geoefend hebt, hè?”, vraag ik en meteen begint hij te spelen, de Vlooienmars! Hij is duidelijk heel trots op zijn prestatie en knikt enthousiast als ik voorstel om er een stukje bij te leren.
Nu wordt het moeilijk: de handen moeten gekruist spelen. Als ik geen aanwijzingen meer geef en hem zelf laat proberen, kijkt hij voor de zekerheid bij iedere aangeslagen toets even naar mij, in de hoop een goed- of afkeuring van mijn gezicht te kunnen lezen. Als leerlingen dit doen, zeg ik altijd: “Staat er iets op mijn neus? Ik hoop het toch niet!” Zonder dat de kleine man het ziet, schuif ik een hand voor mijn neus en dat valt hem meteen op als hij weer naar mijn gezicht kijkt. Hij stopt meteen met spelen, slaat met zijn beide handen op zijn knieën en zegt met een brede grijns: ”Nou kon ik je neus niet meer lezen en dan kan ik het niet meer hoor!
Geweldig, toch?
Marjorie Breekveldt/Marmuzi-pianolessen
Reactie plaatsen
Reacties